Niet de regen, maar de drup

De kinderen zijn net naar school vertrokken wanneer de deurbel gaat. Daar zal je haar hebben, denkt Saar en ze gooit snel nog alle vuile vaat in de gootsteen. Haastend loopt ze naar de voordeur en zwaait deze open. Josephine staat op de stoep en kijkt haar opgewekt aan. De twee begroeten elkaar in een omhelzing zoals alleen oude vrienden dat kunnen. Het is zes jaar geleden sinds ze elkaar voor het laatst zagen. Inmiddels is Josephine drie keer van continent verhuisd en heeft Saar er een tweede zoon bij. ‘Kom binnen’ zegt Saar, ‘ik wil alles horen over wat je de afgelopen tijd hebt uitgespookt.’

Terwijl Josephine honderduit praat over haar promotie en turbulente leven van feestjes en vervlogen liefdes, roert Saar zachtjes in een koud wordende koffie en bestudeert ze onbewust de nuances in het gezicht van haar succesvolle vriendin. Josephine heeft nog altijd dezelfde levenslust en ongeremde energie sinds de middelbare school. Tijd lijkt geen grip te hebben op haar. Saar kan zich nu maar moeilijk voorstellen dat zij en Josephine in hun jonge jaren niet van elkaar te onderscheiden waren. Ooit hadden zij dezelfde ambities en zouden ze die samen najagen. Voor een van hen is dat anders gelopen. ‘Sorry, ik blijf maar door ratelen over mezelf’ zegt Josephine lachend. ‘Hoe is het nou met jou?’ Precies de vraag waar Saar tegenop kijkt. Hoe leuk het ook is om Josephine weer te zien, hoe confronterend het tegelijk is om te realiseren dat zij zelf niet zoveel te vertellen heeft. Ze is nog steeds met dezelfde man die nog steeds bij zijn vader werkt; ze wonen nog steeds in hetzelfde huis; en ze is nog steeds fulltime moeder. Waar Josephine al op haar 18e uitvloog naar de grote stad, is Saar nooit vertrokken uit hun geboortedorp waar je een half uur moet fietsen voor de dichtstbijzijnde supermarkt. Een groter contrast is er niet. ‘Alles gaat zijn gangetje.’ Een korte stilte valt. ‘Ik maak niet zoveel spannende dingen mee als jij’ zegt Saar bijna verontschuldigend. ‘Mijn leven is best saai, al helemaal vergeleken met die van jou en je geweldige baan.’ De baan die ik ook had willen hebben, denkt ze stiekem. Josephine fronst: ‘je hebt een prachtig gezin en een liefdevolle relatie. Er zijn zoveel mensen op zoek naar wat jij hebt.’ Saar zucht en slaat haar ogen moedeloos neer. ‘Dat zal best zo zijn.’
‘Maar?’
‘Kijk, ik heb absoluut geen spijt van dat ik destijds de baby heb gehouden. Alleen vraag ik me soms af wat ik had kunnen bereiken. Jij bent de wijde wereld in getrokken, zag woestijnen en regenwouden, verruilt het ene avontuur voor een andere sprong in het diepe. Ik ben gebleven en heb alleen maar het gras in mijn voortuin zien groeien.’
Josephine glimlacht. ‘En daar is helemaal niets mis mee. Kijk nou wat voor moois je hebt opgebouwd deze jaren’, ze knikt naar de uitvergrote foto boven de haard. In zwartwit lachen Saar, haar man en hun zoontjes de camera tegemoet.
‘Je doet het hartstikke goed op jouw manier.’
‘Ik ben wel oprecht blij dat alles zo voor jou is gelopen, Fien.’
Met die gemeende woorden sloot Saar haar frustratie voorlopig weer op in een verre achterkamer van haar hoofd. De rest van de middag halen de vriendinnen schaterlachend jeugdherinneringen op totdat het tijd is voor Josephine om haar vlucht te halen. Met dezelfde innige omhelzing als in de ochtend nemen ze afscheid en beloven ze elkaar vaker op te zoeken. Beiden gaan weer terug naar hun eigen leven. Die avond zit Saar in bed met laptop op schoot. Haar man ligt ernaast en leest een boek. ‘Hoe was het met Josephine vandaag?’ vraagt hij zonder zijn blik af te wenden. ‘Gezellig, we hebben flink bijgepraat. Het was goed om haar te zien’ antwoordt Saar, terwijl ze klikt op de inschrijfpagina van een thuisstudie.

Josephine kijkt door het glas van de wachtruimte naar de Boeing 787. Over een half uur kan ze instappen. Het voelt altijd een beetje gek als je na lange tijd weer terug bent in de oude straten van je kinderjaren, maar het was leuk om Saar weer te zien. Wat moet het toch fijn zijn als je zo’n warm nest zelf hebt opgebouwd. Ze kijkt nu al tegenop het moment om straks terug te komen in een leeg appartement. Om in slaap te vallen met stilte en wakker te worden met eenzaamheid. Een binnenkomend sms weekt haar los van haar troosteloze gedachten. ‘Wat doe je vanavond?’ De zoveelste luchtige uitnodiging dat waarschijnlijk weer uitmondt in een kortstondige romance zonder betekenis. Josephine denkt aan het familieportret van Saar dat in hun woonkamer hangt. Ze stuurt terug: ‘ik ga kijken hoe het gras groeit.’

 

One comment on “Niet de regen, maar de drup”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *