Het is een frisse herfstochtend in het bos. Drie mussen kijken vanaf een boom geamuseerd toe hoe een rat tevergeefs naar eten zoekt. Hij snuffelt onder de struiken en wroet de aarde onder het gras vandaan, maar met weinig succes. Schaterlachend vliegen de mussen weg. De tak waar ze op stonden wiegt zachtjes op en neer wanneer ze opstijgen en door de beweging valt een druppel van de ochtenddauw op het spitse snuitje van de rat. Hij heeft het onaardige gelach van die mussen wel gehoord, maar hij is te gefixeerd op overleven. Vastberaden snuffelt hij tussen de dorre bladeren, op zoek naar kruimels of misschien –als hij geluk heeft- stukjes pinda’s die eekhoorns soms laten liggen.
“Wat ben jij aan het doen?”
De rat kijkt schichtig op. Hij is het niet gewend dat hij wordt aangesproken. Misschien was het wel zijn verbeelding, want hij ziet niemand om zich heen en snuffelt weer verder.
“Hey, hallo daar. Wat doe je?” klinkt dezelfde stem. Dan ziet hij een dikke pluimstaart van tak naar tak lager springen totdat deze vlak voor hem landt. Een kleine eekhoorn met buitenproportioneel dikke staart kijkt hem nieuwsgierig aan. “Zoek je een schat?” vraagt de eekhoorn. De rat, die al twee dagen zijn maag niet heeft kunnen vullen, heeft geen zin in pesterijen. Hij doet net alsof hij de eekhoorn niet hoort en draait een andere kant op. De eekhoorn springt weer voor zijn gezichtsveld. “Als je een schat zoekt, wil ik ook mee spelen!” De rat zucht ongeduldig. “Ik zoek eten”, bijt hij de eekhoorn toe, in de hoop nu met rust te worden gelaten. De eekhoorn is verbaasd. Er is meestal wel eten in overvloed in het bos, zelf heeft hij er nooit naar hoeven te zoeken. “Waarom wacht je niet totdat het middag wordt? Dan komen de wandelaars en ze nemen altijd wel oud brood of nootjes mee.” De rat stopt met snuffelen en hij kijkt het ronde gezichtje van de eekhoorn aan. Verrek, dat rare knaagdier meent het nog serieus ook, denkt de rat. “Zo werkt het niet voor mij”, antwoordt hij kortaf.
“Waarom niet?”
“Omdat. Ik er niet zo uitzie als jij”, zegt de rat terwijl hij zittend tegen een boomstam aanleunt. Hij voelt nu pas hoe vermoeid zijn magere lijfje eigenlijk is. Het afgelopen etmaal heeft hij bijna onafgebroken het bos doorgekamd op zoek naar voedsel. Vrolijk en zich nog steeds van geen kwaad bewust komt de eekhoorn naast de rat zitten.
“Wat bedoel je met je ziet er niet zo uit als ik? We zijn toch allebei dieren?”
“Ik ben een rat. Jij bent een eekhoorn. Als mensen mij zien, rennen ze meestal gillend weg. Als mensen jou zien, komen ze juist dichter naar je toe. Al het eten dat ze meenemen, is voor jou bedoeld. Ik mag van geluk spreken als ik daarvan een restje kan vinden.”
“Maar waarom doen mensen zo lelijk tegen jou? Jij bent toch ook gewoon een bewoner van dit bos?”
“Omdat ze allemaal hetzelfde beeld hebben over ratten. Ze vinden ons vies zijn en ze denken dat we altijd bijten. Alleen omdat ik er uitzie zoals dit..”, de rat gebaart naar zijn snuit en staart, “..zijn mensen direct bang voor me. Ook al heb ik niks gedaan.”
“Dat is niet eerlijk.”
“Ach. Ik ben het gewend. Het is ooit lang geleden begonnen met een paar ratten die het slechte voorbeeld gaven en sindsdien lijdt de rest eronder. Ik heb inmiddels geaccepteerd dat hoe vaak ik mijn best ook doe, iedereen eerst de rat in mij ziet en daarna pas wat eronder zit.”
“Je praat wel heel negatief.”
“Het is mijn realiteit. Ratten worden geboren in het riool en zullen hun leven lang op de koude grond moeten leven. Terwijl jullie met alle gemak in de bomen wonen.”
“Maar ik heb een buurvrouw rat die al jaren naast mij in de oude beuk woont.”
“Er is inderdaad een handjevol ratten die het ver hebben geschopt. Maar jouw buurvrouw moest veel harder werken dan jij om daar te komen. Wat voor jou vanzelfsprekendheid is, is voor ons een strijd. Dat is iets wat jij nooit zal snappen.”
De eekhoorn begint lichtjes geïrriteerd te raken. Hij vindt de rat eenzijdig van mening en zijn woorden klinken bijna beschuldigend naar de eekhoorn toe. Het is waar dat de eekhoorn geboren is in een mooi nest op de hoogste takken, maar ook hij moet werken voor zijn bestaan. Het is alsof de rat al automatisch uitgaat van een verwende opvoeding en comfortabel leven, alleen maar omdat hij toevallig een eekhoorn is. Alleen maar omdat ik toevallig een eekhoorn ben. De eekhoorn denkt na. Is dit hoe het voelt? Anderen die bij het eerste aanblik al hun mening over jou klaar hebben? Wat moet hij zich geïsoleerd hebben gevoeld, zijn leven lang gevangen in het web van andermans oordelen. Het is waar, de ene rat is de andere niet. Evengoed geldt dat de ene eekhoorn de andere niet is.
“Je hebt gelijk. Ik zal nooit volledig kunnen begrijpen wat jij doormaakt, maar ik wil wel luisteren en leren. Is er iets wat ik kan doen om te helpen?”
Niemand kan dit verhelpen, denkt de rat bedroeft. Hoe verander je immers een systeem van verdelingen dat al voor eeuwenlang de sociale hiërarchie bepaalt? Maar de rat weet ook dat deze neerwaartse mentaliteit niet helpt. En in die grote bruine ogen van de eekhoorn meent hij een oprechtheid te zien, iets wat hij de laatste jaren niet meer is tegengekomen. Wie weet… als iedereen zich meer zou openstellen -net als deze naïeve, maar goedbedoelde eekhoorn- zou de wereld misschien toch een betere plek kunnen worden?
“Ik heb het antwoord niet. Maar bedankt dat je doorvraagt en wilt luisteren. Dat betekent veel”, zegt de rat. Zwijgend blijven de dieren een poos naast elkaar zitten. Dan staat de eekhoorn op: “Ik begin honger te krijgen. Heb je zin in verse walnoten? Er is genoeg in mijn huis.” Nog voordat de rat kon reageren, antwoordde zijn maag al voor hem met de zoveelste knor. “Zelfs als je mij nu beschimmeld afval aanbiedt, zou ik nog ja zeggen”, mompelt de rat.
“Mijn vriend”, de eekhoorn pakt de rat bij zijn pootje, “jij hoeft nooit meer afval te eten.” Opgewekt klommen de twee nieuwe kameraden samen de hoge beukenboom in.
Wauw!
Heel mooi Anh!
Wat een mooi verhaal! Ben per toeval op je pagina gekomen en vind het kunstig hoe jij met taal om gaat. Wat een pret om dit te mogen lezen. Hou helemaal niet van lezen, maar dit is heel verteerbaar!